2.5.3 KERNCOMPETENTIE 12



Rol:
Ontwerper
Domein:
Organisatie van zorg
Domeinspecificatie:
Zorgbeleid

Competentie:
Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt, effectief en goed mogelijk te laten verlopen, levert de VGG een bijdrage aan het tot stand komen van het zorgbeleid

Toelichting
Steeds meer wordt het zorgaanbod integraal aangeboden en afgestemd op de behoeften van de cliënt. Voor een aantal taken en functies die in de AWBZ worden genoemd, zijn geen discipline voorgeschreven. Evenwel vormen verzorgenden en verpleegkundigen een essentieel onderdeel van het bestand in de geriatrische zorgverlening. Dat verplicht de VGG tot het nemen van initiatieven en /of mee te werken aan het in standhouden van een zorgbeleid in de organisatie. Waarbij het zorgbeleid een afspiegeling vormt van de verpleegkundige, professionele en organisatorische standaarden, waarden en normen en de maatschappelijke opdracht die de verpleegkunde heeft. Verplegen en verzorgen kent altijd een zeker spanningsveld tussen individuele gerichtheid en eisen van een groep. Enerzijds is de verpleegkundige persoonlijk verantwoordelijk voor de zorg aan de haar toegewezen cliënt. Anderzijds werkt zij vanuit een team dat of een afdeling die met groepen cliënten te maken heeft en moet zij ook zorgen voor de cliënten die aan haar collega’s zijn toegewezen wanneer die afwezig zijn. In alle gevallen is zij verantwoordelijk voor het uitvoeren van het zorgleefplan dat gedragen wordt door het gehele team. De VGG is alert op ingeslopen routines, normen, gewoontes en allerlei regels van de afdeling, team of setting. Deze worden kritisch beschouwd en beoordeeld op de waarde van efficiënt en effectieve preventieve zorgverlening. De VGG wordt geconfronteerd met ethische – , morele - , en juridische vraagstukken. Telkens moet zij keuzes maken, en deze verantwoorden
tegenover haar cliënten, de maatschappij, en haar professie. Van haar wordt gevraagd mee te werken aan de realisering van een zorgbeleid, waarin de individuele professionele verantwoordelijkheid wordt gestimuleerd en wordt opgenomen door haarzelf en haar collega’s.
Van de VGG wordt verwacht dat zij vanuit haar deskundigheid de afdelingsmanager kan adviseren, zodat verpleegkundige zaken kunnen worden geïntegreerd in het algemene afdelingsbeleid.

In verzorgingshuizen loopt de spanning soms hoog op. Een gedesoriënteerde bewoner van de Meerzorg afdeling is erg onrustig. Hij staat vroeg op en rammelt dan aan de deur van de huiskamer. Hij wil naar huis. Het is al een paar keer gebeurd dat hij het gebouw verlaten heeft en op straat gevonden wordt. De verzorging probeert hem te begeleiden, maar dat lukt niet zo goed. De inzet van de familie en het verhogen van de medicatie hebben niet het gewenste effect. Het verergert zelfs de situatie. Door optredende sufheid is de bewoner gevallen. Uit machteloosheid heeft de verpleeghuisarts besloten een “onrustband” toe te passen op een moment dat de familie niet bereikbaar was, zij hebben nog geen toestemming gegeven. De bewoner zit nu in een onrustband. In het verzorgingshuis wordt een nieuw beleid uitgezet, waarin kwaliteit van leven van de cliënt centraal staat. De VGG ziet het als haar taak om in dit nieuwe beleid mee te denken, en te zorgen dat er voldoende verpleegkundige maatregelen in opgenomen worden. Zij wijst heel concreet naar het verplegingswetenschappelijk onderzoek naar dwang en drang, voedselweigering, wel of niet starten met kunstmatige voedseltoediening en de adviezen die uit deze studies naar voren komen.

Bij
het ontwikkelen van zorgbeleid in de geriatrische zorgverlening

gaat het om:
  • Het analyseren van het huidige zorgaanbod;Het signaleren, interpreteren en analyseren van hiaten in de zorg endeze oplossen dan wel doorspelen naar het hoger management;
  • Het ontwerpen en toepassen van zowel individueel als groepsgericht verpleegbeleid;
  • Het ontwikkelen van concrete handvatten voor verzorgenden, om het zorgleefplan en zorgbeleid vorm te geven in de werkelijkheid;
  • Het organiseren van een overleg met alle betrokken disciplines en de familie om knelpunten op te sporen en naar oplossingen te zoeken;
  • Het probleem aan de orde stellen op hoger niveau in de organisatie;
  • Het creeren van voorwaarden voor een veilige werkomgeving en een therapeutisch zorgklimaat;
  • Het organiseren van een cursus over omgaan met het gestelde probleem;
  • Het verzorgen van een training-on-the-job:
  • Het vastleggen van effectieve interventies;
  • Het formuleren van voorstellen ter verbetering van werkwijze en werkprincipes van de afdeling en voorstellen doen ter verbetering;
  • Meedoen aan onderzoek van kenniskringen, universiteiten of onderzoeksinstituten;
  • Het bespreekbaar maken en ondersteunen van suggesties of klachten aangaande de aangeboden zorg van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk.

zodat
de zorg transparant, valide en betrouwbaar gegeven kan worden, en de kloof tussen zorgleefplannen en dagelijks zorgverlening wordt gedicht.

[verder naar: 2.6 Rol Coach]