1.3 DE VERPLEEGKUNDIGE GERONTOLOGIE-GERIATRIE

[terug naar: Inhoudsopgave]

De verpleegkundige gerontologie-geriatrie (VGG) onderscheidt zich van andere verpleegkundigen en verzorgenden door met meer diepgang de complexe zorgvragen van de oudere cliënt tegemoet te treden.
Zij maakt daarbij gebruik van haar kennis van de normale veroudering en de pathologische veroudering. De VGG houdt het overzicht op snel veranderende situaties, onderneemt gepaste activiteiten en past gerichte interventies toe, zowel voor intramuraal als extramuraal verblijvende cliënten. De VGG denkt proactief en verleent zorg vanuit het levensloopperspectief van de cliënt. Zij zal in haar zorgverlening afwegingen en keuzes moeten maken tussen de autonomie van de cliënt en ingrijpen in de situatie. Het accent van de functie ligt op het snijvlak van de medische-, psychosociale-, psychiatrische en psychogeriatrische complexe verpleegkundige activiteiten waar specifieke kennis en kunde voor nodig is.
Daarnaast heeft de VGG (langdurig) persoonlijk contact met de hulpvrager en zijn sociale omgeving. Zij biedt emotionele ondersteuning, past gerichte interventies toe en helpt bij het vinden van de juiste zorg op de juiste plek. Individuele zorg, trajectbegeleiding en continuiteit van zorg zijn belangrijke elementen van haar zorgverlening. Soms wordt zij casemanager of zorgconsulent genoemd.
De VGG kan deze kennis en vaardigheden omzetten in praktisch handelen, gericht op o.a. de volgende probleemgebieden:

  • zeggenschap
  • transities in ziekte, zorg enlevensloop
  • cognitief functioneren + daaruit voortkomende problemen
  • gedragsproblemen ten gevolge van cognitief functioneren (claimend gedrag, agressie enz)
    geheugenstoornissen + pathologie
  • depressie
  • eenzaamheid
  • rouw– en verliesverwerking
  • valincidenten
  • decubitus (-preventie)
  • vrijheidsbeperkende middelen
  • voeding– vochtbalans
  • toenemende polyfarmacie en gebruik van psychofarmaca onder ouderen
  • (vroegtijdig signaleren van) zintuigstoornissen

De beroepshouding van de VGG wordt gekenmerkt door een open, creatieve en intelligente manier van werken. Waarbij zij daadwerkelijk haar handelen laat sturen door de normen en waarden van de client, gebruik makend van resultaten van wetenschappelijke onderzoek en vakinhoudelijke expertise. En bovenal inzicht in welke situaties welke van de genoemde drie elementen wetenschap, klinische expertise en cliëntwaarden de prioriteit dienen te krijgen. De VGG werkt volgens de ethische code van verpleegkundigen. Dit betekent dat zij met respect en toewijding optreedt ongeacht de levensovertuiging, aard en duur van de ziekte of handicap. Zij houdt rekening met de waarden en normen, de wensen en gewoonten en de behoefte aan privacy van de cliënt. Zij is volledig verantwoordelijk voor eigen handelen met in achtneming van de regels in de BIG-wet.

De VGG vervult een belangrijke rol als verbindende factor tussen de medische en de verzorgende discipline en andere betrokken hulpverleners. Deze intermediaire rol komt regelmatig terug, en vraagt van verpleegkundigen dat zij kunnen werken als een spin in een web en borg kunnen staan voor duurzaamheid van de zorg.
De VGG verleent zorg die over de grenzen van de instelling of organisatie heen gaat. Zij werkt intramuraal, maar kan ook in extramurale of transmurale settings werken.

Verpleegkundige zorg moet transparant zijn, zodat alle belanghebbenden – cliënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars – inzicht hebben in de kosten en baten van de verpleegkundige zorgverlening. Van HBO -verpleegkundigen wordt verwacht dat zij zogenoemde 'evidence-based health care' kunnen leveren. Met Evidence –based gezondheidszorg wordt bedoeld dat het handelen van de professionals wordt gestuurd door de integratie van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, klinische expertise en waarden en normen van patiënten (Sackett e.a., 2000).

Kenmerkend voor de VGG is dat zij erin slaagt tijdens de uitoefening van haar beroep een aantal belangrijke elementen te combineren en te integreren: het HBO-niveau, de geriatrische/ psychiatrische én de eerstelijns verpleegkunde. Zij kan de vergelijking doorstaan met andere HBO – opgeleiden wat betreft het bereikte competentieniveau. Tegelijkertijd wordt haar handelen gestuurd door de kenmerken van het verpleegkundig beroep, en de kenmerken van de groep oudere cliënten. De integratie van deze elementen wordt vooral zichtbaar in de rollen die zij vervult, en de wijze waarop zij die uitvoert. De VGG verwerft daarmee de algemene competenties die gelden voor de afgestudeerde bachelor in de verpleegkunde, aangevuld met competenties voor deze specifieke uitstroomvariant (Pool e.a, 2001) . Waarbij het gaat om: kennis en inzicht; toepassen kennis en inzicht; oordeelsvorming; communicatie en leervaardigheden.

Richtinggevend voor de visie op zorg is belevingsgerichte zorg. Dat is een manier van werken waarbij de VGG de behoeften en de beleving van de cliënt daadwerkelijk centraal kan stellen tijdens haar werkzaamheden. Belevingsgericht werken is niet eenvoudig, omdat het betekent dat vanzelfsprekendheden en kaders vanuit de organisatie wegvallen en de cultuur binnen de organisatie verandert. Wanneer de principes van belevingsgerichte zorg worden gevolgd, gelden bij de invulling van de competenties en het werken aan de competenties als centrale waarden: gezamenlijkheid, gelijkwaardigheid, gepastheid en autonomie( Pool, Schumacher & Mostert, 2004). Het aanhouden van deze centrale waarden houdt onder andere in dat de VGG aan de cliënt en zijn familie vraagt wat zij belangrijk vinden voor het leven van de client en voor de zorgverlening. De mening van de cliënt en zijn familie is een belangrijke indicatie voor de vraag of de VGG wel of niet voldoet aan de competenties die zij voor het uitoefenen van haar vak nodig heeft. Daarnaast maken meningen van anderen zoals collega’s, artsen en leidinggevenden het beeld dat de VGG van zichzelf heeft, volledig.
De VGG geeft mede vorm aan de toekomst van de ouderenzorg. Onder andere bij de introductie van nieuwe technologie, de verdere ontwikkeling van kleinschalige woonvormen voor dementerenden of het geven van zorg thuis. De VGG is ondernemend en kan bijvoorbeeld bijdragen aan het opzetten van consultatiebureau’s voor ouderen.

[verder naar: 1.4 toelichting op de beroepscompetenties]