2.3.5 KERNCOMPETENTIE 6



Rol:
Zorgverlener
Domein:
Zorg
Domeinspecificatie:
GVO

Competentie 6:
Om het zelfmanagement en een gezonde leefstijl bij cliënten en hun familie te bevorderen geeft de VGG op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen

Toelichting
Omdat mensen beter met situaties kunnen omgaan als zij het gevoel hebben er greep op te kunnen hebben – ongeacht of dit feitelijk zo is, is GVO een essentieel onderdeel van het werk van de VGG. Het kan gaan om voorlichting aan de cliënt, maar ook om voorlichting aan familie van de cliënt en aan mantelzorgers. Voorlichting en begeleiding bij transities is een belangrijke activiteit, omdat het de cliënt en zijn familie kan helpen zich beter voor te bereiden op een aanstaande opname, de opname beter te doorstaan en in een latere fase een beter evenwicht te vinden in het omgaan met de nieuwe omgeving en het verlies van de oude. Ondersteunen van het zelfmanagement is erop gericht dat zorgvragers door een effectiever gedrag op korte en lange termijn bereiken wat zij zich ten doel hebben gesteld. Deze doelen kunnen gericht zijn op het hanteren van de ziekte en het inpassen van de ziekte in het eigen leven. De VGG kan op grond van haar professionele kennis aangeven welke informatie volgens haar belangrijk is voor het bevorderen van het zelfmanagement of voor het voorkomen van complicaties bij somatische of psychosociale problemen. Beïnvloeding van de familie, door informatie te geven over verblijf, behandeling en verzorging helpt de misverstanden te vorkomen, die kunnen ontstaan over mogelijke therapeutische aanpakken, die in eerste instantie als niet-therapeutisch kunnen worden geïnterpreteerd. Daarnaast wordt voor en tijdens een (para)medisch of psychologisch onderzoek, behandeling en zorg als vast onderdeel informatie, voorlichting en instructie gegeven om de onderzoeken, behandelingen en zorgactiviteiten te laten slagen. Er wordt rekening gehouden met de taal van de cliënt, zijn culturele achtergrond en zijn levens– en geloofsovertuigingen. De GVO wordt altijd gegeven volgens de laatste stand van kennis op dit gebied. Daarnaast zijn er ook geplande GVO-activiteiten die op basis van een programmatische aanpak kunnen worden uitgevoerd ten behoeve van individuen of groepen. Voorbeelden zijn voorlichting aan partners van mensen met dementie, voorlichting aan mensen die worden opgenomen en hun familieleden. Maar ook voorlichting over rechten en plichten van cliënten vormen een essentieel onderdeel van het gehele voorlichtingsarsenaal. Een programmatische aanpak van GVO heeft de beste kans van slagen als het een interdisciplinaire activiteit is, omdat de cliënt met veel hulpverleners en veel verschillende afdelingen te maken heeft. Gezondheids– voorlichting en opvoeding is gericht op het motiveren van mensen om hun gedrag te veranderen.
Ook oudere mensen die zijn opgenomen en hun familieleden kunnen ontvankelijk zijn voor goede voorlichting en instructie. De VGG werkt op verschillende niveaus aan gedragsbeïnvloeding. Het kan gaan om een individuele cliënt, bijvoorbeeld door het geven van voorlichting gericht op het vergroten van het zelfmanagement of autonomie.

Bij
het geven van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding door de VGG

gaat het om
  • Het signaleren en interpreteren van de behoeften aan informatie bij cliënt en familie;
  • Het geven van voorlichting, rekening houdend met kennisniveau, cognitieve en emotionele mogelijkheden, en de invloed van geriatrische problemen;
  • Het organiseren en uitvoeren van een voorlichtingsbijeenkomst,waarbij het inhoudelijke programma wordt opgesteld en voorlichtingsmateriaal wordt aangepast aan de doelgroep;
  • Het gebruikmaken van de kennis en ervaringsdeskundigheid van de cliënt en zijn familie, van cliënten- en consumentenorganisaties bij het formuleren en geven van voorlichting en advies;
  • Vertonen van voorbeeldgedrag;
  • De juiste hulpmiddelen en aangepaste taal gebruiken voor voorlichting en beïnvloeding;
  • Zo nodig barrières wegnemen die het de cliënt moeilijk maken om inderdaad wat met de betreffende informatie te doen;
  • Feitelijke informatie aan de cliënt verstrekken over zaken die met onderzoek of behandeling te maken hebben;
  • Het bespreekbaar maken van risico’s, zodanig dat de zorgvrager keuzes kan maken uit verschillende - op gezondheidsbevordering gerichte – mogelijkheden; (uit GGZ)
  • Op zo’n wijze instructie geven dat de cliënt het begrijpt en hij de instructie kan opvolgen;
  • Samenwerken met professionals, vertrouwenspersonen, patiëntenvoorlichters, cliënten– en familieraden;
  • toepassen van kennis over zelfmanagement;
  • betrokkenheid bij de zorgvrager en zijn situatie tonen;
  • authentiek en zelfbewust functioneren;
  • kritisch het verloop van het zelfmanagement volgen en bewaken;
  • tijdig en adequaat verwijzen.

zodat
de cliënt en zijn familie beter in staat zijn met de voor hen moeilijke omstandigheden als gevolg van ziekte en handicap en opname om te gaan, een gezondere leefstijl wordt bevorderd en het zelfmanagement wordt vergroot.

[verder naar: 2.4 Rol Regisseur]