2.4.1 KERNCOMPETENTIE 7

[terug naar: 2.4 Rol Regisseur]

Rol:
Regisseur
Domein:
Zorg
Domeinspecificatie:
Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden

Competentie:
Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat gericht is op het welzijn van de cliënt coördineert de VGG de zorg

Toelichting
In Nederland wordt het coördineren van zorg voorzien van verschillende namen: casemanagement, zorgcoördinatie, EVV (eerst verantwoordelijke verzorgende). Telkens gaat het om een combinatie van het begeleiden van de cliënt en zijn familie en de afstemming en aansluiting van alle op de behandeling en omgeving gerichte activiteiten, binnen en buiten de instelling. Door de aanwezigheid van verschillende disciplines en instanties is de kans op fragmentatie van zorg, behandeling en begeleiding. Het gaat erom dat de juiste persoon, op het juiste tijdstip de juiste dingen doet. De VGG kan de de regie nemen om - vanuit het zorgbeleid - er voor te zorgen dat in alle fasen van de zorg, behandeling en begeleiding de activiteiten zijn afgestemd en in samenhang worden aangeboden aan de cliënt en zijn familie. Het gaat daarbij om het verhelderen van doelstellingen, en het organiseren van overleg. In het verpleeghuis zal dit
vooral het MDO zijn. In de regisseursrol zijn rapporteren, overdragen en het informeren en adviseren essentiële vereisten om de zorg optimaal te kunnen uitvoeren, op kwaliteit te kunnen bewaken. Zorgcoördinatie door de VGG heeft dan met name plaats op het niveau van het zorgleefplan. Dit is geen vervanging voor de activiteiten van de EVV. In het kader van de modernisering van de AWBZ kunnen bewoners van een zorgcentrum gebruik maken van zorgarrangementen. Het zorgcentrum, als onderdeel van een grotere koepelorganisatie, heeft
samenwerkingsovereenkomsten met het ziekenhuis, de thuiszorg, het psychiatrische ziekenhuis en de RIAGG. Gebruik maken van zorgarrangementen vraagt dat de doelstellingen en activiteiten van de verschillende partners integraal worden afgestemd op de doelen van de
cliënt en zijn familie. De VGG kan in de rol van regisseur deze coördinatie op zich nemen.
Op welke wijze zorgcoördinatie plaats heeft en is ingebed in de organisatie kan van situatie tot situatie verschillen. De VGG zorgt ervoor en bewaakt dat de cliënt niet wordt geconfronteerd met zorginhoudelijke barrières en of met een zorgaanbod dat niet aansluit bij zijn behoeften, of een uitvoering van zorg dat niet synchroon is met het beloofde zorgaanbod.

In zorgcentrum A. gaat het met één van de bewoners niet goed. Het is een vrouw die de ziekte van Parkinson heeft en een aantal keren in haar leven psychotische perioden heeft doorgemaakt. Momenteel is ze depressief. Ze slaapt vaak overdag en is ’s nachts op. Haar oriëntatie gaat achteruit. Mevrouw reageert extreem in haar weerstand en in haar verbale agressie. Andere bewoners mijden haar. Het team
verschilt van mening over de benadering van deze bewoonster. Ze wordt gezien als een claimende, depressieve vrouw. Er is een multidisciplinair overleg georganiseerd.
Uitgenodigd zijn de dochter van mevrouw, de verpleeghuisarts, de geestelijk verzorger, de activiteitenbegeleider, een verzorgende en de huisarts. Er wordt besloten een consult aan te vragen bij de psychiater van het APZ met het verzoek
voor een tijdelijke opname in de kliniek. Van de VGG wordt verwacht dat zij de consultaanvraag, het overleg met andere disciplines en het verdere verloop regelt.


Bij
het uitvoeren van de regiefunctie door de VGG

gaat het om
  • Signaleren, interpreteren en monitoren van belemmeringen voor de continuïteit van zorg in samenspraak met de zorgvrager en het sociaal netwerk - en het nemen van initiatieven om de continuïteit in de verpleegkundige zorgverlening te realiseren;
  • Met betrokkenen vaststellen of de cliënt en/of de mantelzorger de regie in handen houden of dat de regie respectvol moet worden overgenomen;
  • Maatregelen treffen zodat de juiste instellingen en personen op het juiste moment worden ingeschakeld;
  • Het fungeren als contactpersoon ten aanzien van relevante disciplines en instellingen − Op een proactieve wijze concrete aanwijzingen geven aan cliënt, familieleden en zorgverleners over de mensen en middelen die aangewend moeten worden om de zorg te realiseren;
  • Het behartigen van de belangen van zorgvrager en sociaal netwerk, zodanig dat de aangeboden zorg in overeenstemming is met de verwoorde eigen wensen en behoeften van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk;
  • Het organiseren van een overleg met familie en betrokken disciplines om elkaars standpunten te horen en naar oplossingen te zoeken;
  • Het opbouwen van een netwerk met zowel de cliënt en zijn sociale omgeving als met organiatie en andere hulpverleners;
  • Het bij elkaar brengen van de verschillende diensten en hulpverleners dan wel het formeren van een multidisciplinair overleg of team;
  • Het overdragen en beschikbaar zijn van de noodzakelijke informatie voor iedere zorgverlener en behandelaar in de betreffende keten;
  • Gesprekspartner zijn van medici, paramedici, woon- en welzijnswerkers, familie, zorgkantoor, verzorgenden en leidinggevenden;
  • Het kunnen omgaan met tegengestelde belangen en organisatieovertijgend kunnen denken en handelen;
  • Het doorgronden van de reikwijdte en de consequenties van de nieuwe regelgeving, zoals de WMO.

zodat
de cliënt en zijn directe familie de zorg ontvangen die aansluit bij behoeften en de verschillende zorgactiviteiten als samenhangend geheel op een efficiënte en effectieve wijze tot het gestelde doel leiden.

[verder naar: 2.4.1 Kerncompetentie 8]