2.3.2 KERNCOMPETENTIE 3



Rol:
Zorgverlener
Domein:
Zorg
Domeinspecificatie:
Palliatieve terminale zorg

competentie 3:
Om het lijden van zorgvragers te verlichten bij wie de ziekte niet meer reageert op een curatieve behandeling, en het sterven binnen afzienbare tijd verwacht kan worden, verleent de VGG palliatief terminale zorg.

Toelichting
In de intra- en extramurale zorg wordt de VGG geconfronteerd met mensen die hulp nodig hebben, omdat zij in de laatste fase van hun leven verkeren. Palliatieve zorg voor terminale patiënten is emotioneel belastende zorg, omdat zij de kern van het menselijk bestaan raakt, zowel voor zorgvragers, mantelzorgers als voor professionals. Voor allen betekent het vaak een confrontatie met gevoelens van machteloosheid en verdriet. En het vergroot het risico opgebrand te raken of routinematig zorg te verlenen. Palliatieve zorg is afhankelijk van de kwaliteit van de individuele zorgverlener, en vraagt om een integraal zorgaanbod. Omdat de situatie van een zorgvrager, bij wie de ziekte niet meer reageert op een curatieve behandeling en het sterven redelijkerwijs binnen afzienbare tijd verwacht kan worden, zo wezenlijk anders is dan alle andere situaties waarin zorg wordt gegeven, is specifieke deskundigheid en een specifieke attitude op zijn plaats. Palliatieve zorg voor terminale patiënten is ‘alle zorg die gericht is op het verlichten van het lijden van patiënten in de laatste fase van hun leven. Naast bestrijding van lichamelijke symptomen is er daarbij ook aandacht voor emotionele, sociale en spirituele aspecten.’

Mevrouw Karsten van 79 jaar is bekend met een mammacarcinoom. Zij is hiervoor in het verleden behandeld, maar nu is er sprake van een recidief waarvoor geen behandeling meer mogelijk is. Zij woont zeflstandig met haar 86 jarige echtgenoot en heeft drie zonen die wel wekelijks komen, maar weinig ondersteuning bieden. Mevrouw heeft toenemend pijn, waarschijnlijk door botmetastasen, en de huisarts start met palliatieve pijnbestrijding in de vorm van morfinepreparaten. Mevrouw is bedlegerig en meneer kan de zorg voor zijn vrouw niet meer goed aan. De thuiszorg wordt ingeschakeld en de wijkverpleegkundige komt dagelijks bij het echtpaar voor lichamelijke verzorging en toediening van medicatie. Na verloop van tijd klaagt mevrouw over pijn in de buik en obstipatie. Bovendien vertoont zij in toenemende mate verward gedrag. De wijkverpleegkundige vermoedt dat sprake is van een delier door een lichamelijke oorzaak, en roept de VGG in voor een consult.


Bij
het geven van palliatieve terminale zorg

gaat het om:
  • pijnbestrijding verzorgen;
  • aandacht besteden aan existentiële vragen;
  • betrekken van de naasten;
  • bestrijden van symptomen;
  • continu, actief, integraal zorgen;
  • reflecteren op eigen emoties;
  • organiseren van zorg.

zodat
de laatste levensfase zo veel mogelijk overeenkomt met de wensen en behoeften van de zorgvrager en zijn naasten.

[verder naar: 2.3.3 Kerncompetentie 4]